Dit zijn de meest gemaakte scope12 en montage fouten bij zonnepanelen van 2023. Wil je graag weten hoe het wel moet? Klik op een van de onderstaande nummers om direct naar het betreffende punt te gaan!
Vaak wordt het frame van de zonnepanelen direct op de omvormer aangesloten met behulp van een aarde draad. Dit is echter niet correct.
Waarom is dit fout?
De omvormer is geen vereffeningspunt. In de AC connector
van de omvormer zit ook een aarde draad. In het geval van
een fout (kortsluiting of bliksem) zal de stroom die op
het frame staat door de omvormer gaan lopen wat kan
resulteren in een hogere weerstand, schade en evnt. brand.
Sluit de vereffening van het frame aan op een centraal aarde punt naast de omvormer of in de aardrail van de werkschakelaar.
Verkeerde automaat geïnstalleerd, geen rekening gehouden met derating van maximaal 80% continue belasting.
Waarom is dit fout?
Automaten zijn niet ontworpen voor continue hoge stromen
zoals bij omvormers van toepassing zijn. Door deze
continue hoge stromen wordt het automaat
extra gevoelig en kunnen ze uit slaan voordat de maximale
stroom wordt overschreden.
Deze gevoeligheid (ook wel "Derating" genoemd) kan zelfs
al optreden bij 80% van de belasting van de groep. Door
het installeren van een 16A groep op een 16A omvormer
ontstaat een onstabiele bedrijfssituatie. Wat volgens
scope-12 niet is toegestaan.
De stroom van de omvormer moet maximaal 80% van de
gebruikte groep zijn. Een 16A omvormer moet daarom
afgezekerd worden op 20A.
De berekening is hier als volgt:
20A groep * 80% = tot 16A toegestaan
Een 17A omvormer dient volgens de scope-12 dus op een 25A
automaat aangesloten. (want 17A is >80% van 20A)
In onze kabel calculator wordt de juiste groep automatisch
berekend. Wel zo eenvoudig!
Er is een lasklem in installatie kast toegepast
Waarom is dit fout?
Kabels moeten deugdelijk gemonteerd zijn. een lasklem kan
los schieten en de positie hiervan kan wijzigen wat tot
gevaarlijke situaties kan leiden. (denk aan het sluiten
van de kast waarbij kabels klem komen te zitten)
Daarnaast is een lasklem niet geschikt voor de hoge
stromen die er kunnen lopen in het geval van een
kortsluiting.
Dit geld voor de aarde maar ook voor de fases en de nul
draden in de installatie kast.
Bestel een werkschakelaar met ingebouwde aard blokje zoals
op de bovenstaande foto. Bestel bijvoorbeeld bij Vekto:
artikel nummer 238241. Deze werkschakelaar schakelt 4
polen en heeft een ingebouwd aard aansluiting. Zo voorkom
je dus knoei werk!
- Onvoldoende aangedraaide connector
- Onvoldoende gestripte kabel
- Onvoldoende diep bevestigt
- Verdeelrail + kabel in zelfde gat
- Flexibele kabels zonder kabelschoen
- Kabelschoen niet goed bevestigt
Een niet goed bevestigde verbinding resulteert in een te
hoge weerstand, wat warmteontwikkeling veroorzaakt. Dit
kan leiden tot problemen zoals losse contacten, hoge
warmteontwikkeling en brandgevaar.
Werk met gecertificeerde en opgeleide medewerkers.
Het aansluiten van een 2.5mm2 groepje is van een lagere
complexiteit dan verdeelkasten met hoge verdeelstromen,
meerdere groepen en flexibele kabels.
- Zorg voor de juiste gereedschappen.
- Raadpleeg de fabrikantspecificaties voor het juiste
aandraaimoment en bevestigingsmogelijkheden.
- Loop de verbindingen een keer extra na of alles zit
aangedraaid.
-
Controleer of je de draden niet zo maar los kan trekken.
- Voer een warmte scan uit zodra de installatie op
maximaal vermogen draait.
Ben je er niet zeker van of het gaat lukken? Begin er dan
niet aan.
Netbeheer zekering is 80A, de omvormer groep is 80A. Dit
is niet toegestaan.
Let op, het gaat hier om de waarde van de netbeheer
zekering, niet om de waarde van de hoofdschakelaar.
Volgens NEN1010 moet een meterkast selectief zijn. Dit
betekend dat een eindgroep (omvormer) en de netbeheer
groep niet de zelfde waarde mogen hebben.
Zodra er meerdere automaten achter elkaar de zelfde
zekering waarde hebben, is het niet gedefinieerd welke
groep er als eerste uit zal vallen in het geval van
overbelasting.
De waarde van een eindgroep moet daarom altijd eén stap
lager zijn dan de netbeheer zekering.
80A > 63A
63A > 50A
50A > 40A
40A > 32A
etc.
Pas twee kleinere omvormers toe ipv éen grote omvormer.
De kleinere omvormers worden namelijk afgezekerd met
groepen kleiner dan de netbeheer zekering. Hierdoor zal
bij overbelasting de netbeheer groep er altijd als eerste
aangesproken worden en is de voorspelbaarheid terug in het
systeem.
Met twee omvormers ipv éen kan je het zelfde vermogen aan
zonnepanelen installeren en tegelijkertijd voldoen aan de
selectiviteit regel.
Bijvoorbeeld: 2x een 20kw omvormer ipv 1x 40kw omvormer.
Let wel op: Dat de totale stroom van de omvormers bij
elkaar opgeteld lager is dan de waarde van de netbeheer
zekering.
Verkeerde kabel dikte toegepast voor de omvormer naar de
meterkast. De gekozen kabel is te dun voor de stroom die
over de kabel kan lopen.
Bij een te dunne kabel zal de kabel temperatuur te hoog
oplopen wat resulteert in brand of kortsluiting van de
kabel.
De dikte van de toegepaste kabel valt op de kabel te
controleren.
Bereken de juiste kabel dikte en pas deze ook toe.
Bij het uitvoeren van de kabel berekening dient er
gerekend te worden met de afgezekerde waarde van de kabel.
Dit omdat de kabel anders te dun is voor de geïnstalleerde
voorbeveiliging
Daarnaast heeft de kabel lengte, type kabel isolatie en
montage methode effect op de uitkomst van de berekening.
De kabel berekening is een verplicht onderdeel van de
scope-12 keuring en dient aangeleverd te worden.
Om je een handje te helpen hebben wij een eenvoudig &
nen1010 correcte calculator op onze website staan.
De kabelgoot is niet verbonden aan de aarde / vereffening.
Als de kabelgoot niet in contact staat met de aarde kan
hier een stroom opbouw in plaats vinden. Dit door statisch
elektriciteit of kortsluiting met een kabel.
Bij zonnepanelen brengt dit een groot risico met zich mee
omdat ook bij het afschakelen van de omvormer de
componenten onder spanning blijven staan.
Een kabel goot zonder vereffening kan dus eenvoudig onder
spanning komen te staan bij een kortsluiting met een
connector of kabel die contact maakt met het
onderdeel.
Gevaarlijk tijdens gebruik van de installatie, tijdens
onderhoud of verwijdering van het systeem na 20
jaar.
Zorg er dus voor dat alle geleidende delen verbonden zijn
met de aarde.
Dit mag eenvoudig met dezelfde kabel die naar de frame
onderdelen loopt zolang de dikte genoeg is. (6mm2 flex) is
in de meeste situaties genoeg.
Let op: gebruik hiervoor de juiste onderdelen. (weer
bestendige aard verbindingen voor buiten, hierover later
meer)
De behuizing is open. Hierdoor kan stof, ongedierte en
menselijke vinger de meterkast intreden.
In de meterkast zijn vaak bloot gestelde componenten die
onder stroom staan. Deze componenten moeten worden
tegen aanraken, kortsluiten en warmte.
Stof in de meterkast kan op lange termijn resulteren in,
kortsluiting, lekstroom, extra warmte ontwikkeling en
zelfs brand.
Ook ongedierte is een reel risico, in de kast zijn
verschillende componenten die onder stroom staan en niet
aangeraakt mogen worden. Een muis kan eenvoudig
kortsluiting veroorzaken door met twee fases tegelijk
contact te maken. (vooral bij rail systemen is dit een
werkelijk risico)
Ook zijn de interne componenten niet zichtbaar van uit
buitenaf. Zo is het dus niet te zien of de kabels
beschadigt zijn of vol met stof zitten.
Installatie kasten moeten volledig stof dicht zijn om deze
risico's te beperken.
Gebruik dus bij het invoeren van de kabels altijd wartels.
Is de huidige kast vol of lukt het niet om de kabel op de
juiste manier in te voeren, plaats dan een nieuwe kast.
Dit kost vaak in de meeste gevallen minder dan 100 eu.
Er zijn geen duidelijke labels of nummers op de omvormers aangebracht, waardoor het onduidelijk is welke omvormer op welke groep is aangesloten.
Waarom is dit fout?Zonder duidelijke markeringen kan er verwarring ontstaan. Dit kan leiden tot overbelasting, kortsluiting of andere gevaarlijke situaties, vooral als er onderhoud wordt gepleegd of inspecties worden uitgevoerd.
Hoe dan wel?
Elke omvormer moet duidelijk worden gelabeld of genummerd,
en deze labels moeten overeenkomen met de meterkast.
Tegenwoordig installeren er veel verschillende partijen
aan de meterkast. Hierdoor wordt het "single line diagram"
of de installatie kaart niet altijd goed bij gehouden.
Niet heel erg, zolang alles maar duidelijk gelabeld is!
De aardingsrail van de PV-verdeelkast is niet verbonden met de hoofdaardingsrail van de hoofdmeterkast.
Waarom is dit fout?
Zonder het doorverbinden van de aarde rail is er geen
vereffening van het PV systeem.
Een niet-geaard systeem is gevaarlijk omdat er bij
kortsluiting stroom op de metalen delen kan blijven staan.
Dit verhoogt het risico op elektrische schokken en
verwondingen.
Zorg ervoor dat de aardingsrail van elke PV-verdeelkast correct en veilig is aangesloten op de hoofdaardingsrail in de hoofdmeterkast.
Er zijn twee aders onder één klem aangesloten.
Dubbele aders onder één klem kunnen leiden tot slecht contact, waardoor er een verhoogd risico op oververhitting, storingen of zelfs brand ontstaat.
Hoe dan wel?
Flexibele kabels:
Bij het gebruik van flexibele kabels kan een aderhuls /
kabelschoen toegepast worden. Op deze manier kunnen beide
kabels samengevoegd worden tot een soliede bevestiging. De
aderhuls kan vervolgens in geheel gemonteerd worden op de
klem.
Vaste kern kabels
Bij het gebruik van vaste kern kabels moet een dan een
verdeelblok, aftakblok geplaatst worden. Op het
verdeelblok kan je vervolgens de kabels kan samenvoegen.
Sluit vervolgens elk component met een kabel op het
verdeelblok
De aders zijn langer dan noodzakelijk en steken uit onder of voorbij de klem.
Waarom is dit fout?
Te lange aders kunnen in de weg zitten, waardoor ze kunnen
worden geknepen, geknikt of beschadigd. Dit kan leiden tot
kortsluitingen.
Bij het openen en sluiten van de verdeelkast kunnen de
kabel eenvoudig bewegen. Kabels die te lang gestript zijn
kunnen hierdoor onderling kortsluiting maken.
Knip en strip aders tot de optimale lengte om ervoor te
zorgen dat ze netjes, zonder knikken of overtollige
lussen, in de verdeelkast of het apparaat passen.
Let op: strip de kabels nooit te kort, als er isolatie
tussen de kabel en de klem blijft zitten resulteert dit
eenvoudig tot brand.
Er zijn flexibele draden gemonteerd zonder kabeloog. De
draden zijn rondom de schroef gevouwen en de schroef
vervolgens aangedraaid, wat in dit geval tot brand heeft
geleden.
Er zijn flexibele draden gemonteerd zonder kabelschoen in
een automaat of verdeelblok.
Zodra er een adereindhuls wordt toegepast wordt de kabel
dikker. Hierdoor past de kabel soms niet in een
verdeelblok en komt het wel eens voor dat de elektricien
de kabelschoen maar achterwegen laat.
Tijdens het het aandraaien van de bevestiging schroef
beschadigen en vervormen de flexibele aders. Hierdoor
lijkt het dat de schroef volledig vast gedraaid zit maar
in werkelijkheid is dit niet zo. Resulterend in een
onstabiele verbinding.
Verschillende componenten gebruiken tegenwoordig een "kooi
klem" echter blijft het risico hierbij aanwezig.
Monteer altijd een adereind huls op flexibel installatie
draad.
Hierdoor blijven de aders netjes bij elkaar bij het
aandraaien en zorgt dit voor een deugdelijke
bevestiging.
Kooiklem aandraaien:
Bij een samengeslagen kern (middelste foto), plaats hier
geen eindhuls. Schroef de kooiklem eerst hand vast dicht,
beweeg dan de kabel zodat de spanning verdeeld wordt.
Draai vervolgens de kabel op het juiste moment vast.
Let op:
Klasse 1: massief = geen adereindhuls
Klasse 2: samengeslagen = geen adereindhuls
Klasse 5: soepel, meerdraads = adereindhuls